De laatste dagen ben ik druk geweest met het mooi glad schaven van de frames. En niet alleen glad, maar ook zo dat in de hoeken, waar de regels en stijlen samenkomen, alles op hetzelfde niveau ligt. Eerst natuurlijk de schaafbeitels lekker scherp geslepen en dan lekker aan de slag. Zoals ik al eerder geschreven heb, is mijn esdoorn hout niet netjes recht van nerf. Het gaat vaak op en neer, soms zelfs echt golvend. Vaak zit er een knoestje en daar omheen is de nerf helemaal wild. Schaven is dan niet zo makkelijk, omdat je snel het oppervlak beschadigt. Laat ik dat eens uit leggen met een plaatje.
Hier zie je hoe de beitel tegen de nerf in schaaft. De punt van de beitel is nu snel geneigt om een splinter op te pikken die dan langs de nerf diep in het hout uitscheurt, ipv netjes afgesneden te worden. In de tekening zie je het hout dan ook voor de beitel uitdiep wegscheuren. Niet tegen de nerf inschaven dus, maar dat is makkelijker gezegd dan gedaan als die alle kanten op draait. Gelukkig zijn er nog meer oplossingen. In de eerste plaats een hele scherpe beitel en dunne krullen schaven. Dat voorkomt al veel ellende. Een andere oplossing heeft te maken met de hoek ´A´ waaronder de schaafbeitel staat. Je kan je voorstellen dat als de hoek A kleiner is, de beitel dus platter ligt, hij veel makkelijker een splinte oppikt. Andersom wordt het gedrag beter als de hoek A groter wordt.
Een hoek van 45 graden s standaard, een mooi compromis waarbij je zacht hout en niet te moeilijk hard hout goed kunt schaven. Bijna alle schaven hebben de beitel dan ook onder een hoek van 45 graden staan. Een hoek van 50 graden heet York pitch. Dit werd vroeger al veel gebruikt voor moeilijker hardhoutsoorten. Mijn infill schaaf heeft een hoek van ongeveer 49 graden, bijna York pitch dus. Maar voor dit esdoorn is dat soms nog niet genoeg. Daarom heb ik een Stanley # 4 (die normaal een hoek van 45 graden heeft) omgebouwd naar bijna 60 graden. Dat is heel eenvoudig door bij de punt van de beitel aan de vlakke zijde een tegenhoekje te slijpen.
Dus zonder iets aan de schaaf zelf te veranderen kan je zo heel makkelijk de moeilijkste houtsoorten schaven. Nadeel is wel dat het schaven zwaarder gaat en dat de beitel sneller bot wordt. Ga je met een nog grotere hoek werken dan kom je in het terein van de schrapers.
En zo ziet het er dan in het echt uit. De Stanley #4 vooraan. De Infill schaaf is dat lompe ding daarachter. En op het hout staat de schraper want soms is dat het enigste wat nog goed werkt. Schrapen is nog veiliger tegen beschadigingen maar laat niet zo'n glad oppervlak achter. Ten slotte een beetje schuren met fijn schuurpapier om een blokje gewikkeld.
Subscribe to:
Post Comments (Atom)
No comments:
Post a Comment